Privacy statement: Your privacy is very important to Us. Our company promises not to disclose your personal information to any external company with out your explicit permission.
Algemeen - De dosering van gelijktijdig toegediende hartglycosiden, diuretica, antihypertensiva of andere geneesmiddelen met bloeddrukverlagend potentieel kan aanpassing vereisen omdat een meer uitgesproken bloeddrukdaling moet worden verwacht als deze gelijktijdig met furosemide wordt gegeven.
De toxische effecten van nefrotoxische geneesmiddelen kunnen worden versterkt door gelijktijdige toediening van krachtige diuretica zoals furosemide.
Sommige elektrolytenstoornissen (bijv. Hypokaliëmie, hypomagnesiëmie) kunnen de toxiciteit van bepaalde andere geneesmiddelen verhogen (bijv. Digitalispreparaten en geneesmiddelen die het QT-intervalverlengingssyndroom induceren).
Antihypertensiva - verbeterd hypotensief effect mogelijk met alle soorten. Gelijktijdig gebruik met ACE-remmers of Angiotensin II-receptorantagonisten kan leiden tot een duidelijke bloeddrukdaling, furosemide moet worden gestopt of de dosis worden verlaagd voordat een ACE-remmer of Angiotensin II-receptorantagonisten worden gestart (zie rubriek 4.4).
Antipsychotica - door furosemide veroorzaakte hypokaliëmie verhoogt het risico op cardiale toxiciteit. Vermijd gelijktijdig gebruik met pimozide. Verhoogd risico op ventriculaire aritmieën met amisulpride of sertindol. Verbeterd hypotensief effect met fenothiazines.
Bij het toedienen van risperidon moet voorzichtigheid worden betracht en de risico's en voordelen van de combinatie of gelijktijdige behandeling met furosemide of met andere krachtige diuretica moeten worden overwogen voorafgaand aan de beslissing om te gebruiken. Zie rubriek 4.4 Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik met betrekking tot verhoogde mortaliteit bij oudere patiënten met dementie die gelijktijdig risperidon krijgen
Hartglycosiden - hypokaliëmie en elektrolytstoornissen (inclusief hypomagnesie) verhogen het risico op harttoxiciteit.
Geneesmiddelen die het QT-interval verlengen - verhoogd risico op toxiciteit met door furosemide geïnduceerde elektrolytstoornissen
Vasodilatatoren - versterkt hypotensief effect met moxisylyte (thymoxamine) of hydralazine
Andere diuretica - ernstige diurieën zijn mogelijk wanneer furosemide wordt gegeven met metolazon.
Verhoogd risico op hypokaliëmie met thiaziden.
Renineremmers - aliskiren verlaagt de plasmaconcentraties van furosemide
Nitraten - versterkt hypotensief effect
Lithium - Net als bij andere diuretica kunnen de serumlithiumspiegels worden verhoogd wanneer lithium gelijktijdig met furosemide wordt gegeven, wat resulteert in verhoogde lithiumtoxiciteit, inclusief een verhoogd risico op cardiotoxische en neurotoxische effecten van lithium. Daarom wordt aanbevolen dat de lithiumspiegels zorgvuldig worden gecontroleerd en waar nodig de lithiumdosis wordt aangepast bij patiënten die deze combinatie krijgen.
Chelaatvormers - sucralfaat kan de gastro-intestinale absorptie van furosemide verminderen - de 2 geneesmiddelen moeten minimaal 2 uur na elkaar worden ingenomen
NSAID's - verhoogd risico op nefrotoxiciteit. Indometacine en ketorolac kunnen de effecten van furosemide tegenwerken (vermijd indien mogelijk zie rubriek 4.4). NSAID's kunnen de werking van furosemide verminderen en kunnen acuut nierfalen veroorzaken in geval van reeds bestaande hypovolemie of uitdroging.
Salicylaten - effecten kunnen worden versterkt door furosemide. Salycylische toxiciteit kan worden verhoogd door furosemide
Antibiotica - verhoogd risico op ototoxiciteit met aminoglycosiden, polymixinen of vancomycine - alleen gelijktijdig gebruiken als dwingende redenen. Verhoogd risico op nefrotoxiciteit met aminoglycosiden of cefaloridine. Furosemide kan de vancomycineserumspiegel verlagen na een hartoperatie. Verhoogd risico op hyponatriëmie met trimethoprim. Nierinsufficiëntie kan optreden bij patiënten die gelijktijdig worden behandeld met furosemide en hoge doses van bepaalde cefalosporines.
Antidepressiva - versterkt hypotensief effect met MAO-remmers. Verhoogd risico op orthostatische hypotensie met TCA's (tricyclische antidepressiva). Verhoogd risico op hypokaliëmie met reboxetine
Antidiabetica - hypoglykemische effecten geantagoneerd door furosemide
Anti-epileptica - verhoogd risico op hyponatriëmie met carbamazepine. Diuretisch effect verminderd door fenytoïne.
Antihistaminica - hypokaliëmie met verhoogd risico op cardiale toxiciteit
Antischimmelmiddelen - verhoogd risico op hypokaliëmie en nefrotoxiciteit met amfotericine
Anxiolytica en hypnotica - verbeterd hypotensief effect. Chloral of triclorfos kunnen schildklierhormoon van de bindingsplaats verdringen.
CNS-stimulerende middelen (geneesmiddelen die worden gebruikt voor ADHD) - hypokaliëmie verhoogt het risico op ventriculaire aritmieën
Corticosteroïden - geanatgoniseerd diuretisch effect (natriumretentie) en verhoogd risico op hypokaliëmie
Glychyrrizin - (in zoethout) kan en verhoogt het risico op het ontwikkelen van hypokaliëmie.
Cytotoxica - verhoogd risico op nefrotoxiciteit en ototoxiciteit met platinaverbindingen / cisplatine. Nefrotoxiciteit van cisplatine kan worden versterkt als furosemide niet wordt gegeven in lage doses (bijv. 40 mg bij patiënten met een normale nierfunctie) en met een positieve vochtbalans bij gebruik om geforceerde diurese te bereiken tijdens de behandeling met cisplatine.
Antimetabolieten - effecten van furosemide kunnen worden verminderd door methotrexaat en furosemide kan de renale klaring van methotrexaat verminderen
Dopaminergica - versterkt hypotensief effect met levodopa.
Immunomodulatoren - versterkt hypotensief effect met aldesleukin. Verhoogd risico op hyperkaliëmie met ciclosprin en tacrolimus. Verhoogd risico op jichtartritis met ciclosporine
Spierverslappers - versterkt hypotensief effect met baclofen of tizanidine. Verhoogd effect van curare-achtige spierverslappers
Oestrogenen - diuretisch effect geantagoneerd
Progestogenen (drosperidon) - verhoogd risico op hyperkaliëmie
Prostaglandines - versterkt hypotensief effect met alprostadil
Sympathomimetica - verhoogd risico op hypokaliëmie met hoge doses bèta 2- sympathicomimetica
Theophylline - versterkt hypotensief effect
Probenecide - effecten van furosemide kunnen worden verminderd door probenecide en furosemide kan de renale klaring van probenecide verminderen.
Verdovingsmiddelen - algemene verdovingsmiddelen kunnen de hypotensieve effecten van furosemide versterken. De effecten van curare kunnen worden versterkt door furosemide.
Alcohol - versterkt hypotensief effect
Laxerend misbruik - verhoogt het risico op kaliumverlies
Anderen: gelijktijdige toediening van aminoglutethimide kan het risico op hyponatriëmie verhogen.
4.6 Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding
Zwangerschap
Furosemide passeert de placentabarrière en mag niet tijdens de zwangerschap worden gegeven, tenzij er dwingende medische redenen zijn. Het mag alleen worden gebruikt voor de pathologische oorzaken van oedeem die niet direct of indirect verband houden met de zwangerschap. De behandeling met diuretica van oedeem en hypertensie veroorzaakt door zwangerschap is ongewenst omdat placentaire perfusie kan worden verminderd, dus, indien gebruikt, is monitoring van de foetale groei vereist. Furosemide is echter na het eerste trimester van de zwangerschap gegeven voor oedeem, hypertensie en toxemie van de zwangerschap zonder foetale of pasgeborene bijwerkingen te veroorzaken.
Borstvoeding (zie rubriek 4.3)
Furosemide is gecontra-indiceerd omdat het in de moedermelk terechtkomt en borstvoeding kan remmen.
Product Categorie : Afgewerkte medicijnen > Cardiovasculaire geneesmiddelen en geneesmiddelen in de urine
Privacy statement: Your privacy is very important to Us. Our company promises not to disclose your personal information to any external company with out your explicit permission.
Fill in more information so that we can get in touch with you faster
Privacy statement: Your privacy is very important to Us. Our company promises not to disclose your personal information to any external company with out your explicit permission.